Verbinden Toevoegen

Verbinden zijn items in je adresboek die een externe Host of Agent vertegenwoordigen. Elke verbinding heeft specifieke eigenschappen, waaronder:

  • IP-adres, Internet-ID code of DNS-naam van de externe pc
  • Beveiligingsitems zoals een wachtwoord (indien opgeslagen), gebruikersnaam en gedeeld geheim
  • Andere eigenschappen zoals kleurdiepte, poortnummer en proxy-instellingen

Je kunt de eigenschappen van elke verbinding tijdens of na het aanmaken van een verbinding aanpassen. Als alternatief kun je standaardinstellingen voor alle nieuw aangemaakte verbindingen instellen. Voor meer informatie, zie Standaard verbindingseigenschappen.


Een Verbinding Toevoegen

Om een nieuwe verbinding toe te voegen, volg je deze stappen:

  1. Klik op de Verbinden toevoegen... knop in de Viewer: Knop om nieuwe verbinding toe te voegen
  2. Voer de Internet-ID code of het IP-adres van de externe pc in en een beschrijvende naam voor de nieuwe verbinding. Klik op OK. Dialoogvenster voor nieuwe verbinding
  3. De nieuwe verbinding wordt toegevoegd aan je adresboek. Om onmiddellijk te verbinden in de gekozen verbindingstype, selecteer de Verbind nu optie. Anders wordt de nieuwe verbinding alleen aan je adresboek toegevoegd zonder een sessie te starten.

Tip: Gebruik het vakje Geavanceerd om de verbindeigenschappen aan te passen voordat je de verbinding opslaat in je adresboek.


Voeg Verbinding Toe met Code

Door de Host of Agent aan te passen, kun je een versleutelde code ontvangen die zowel de Internet-ID code als het toegangswachtwoord bevat via e-mail tijdens installatie of opstarten. Om een nieuwe verbinding te maken met deze code, kopieer het blok versleutelde tekst uit het e-mailbericht en plak het in het 'Toevoegen met code' dialoogvenster dat verschijnt wanneer je op de Toevoegen met code knop klikt. Voor meer informatie, zie deze pagina.


Gerelateerde artikelen