Port Manager

Overzicht

Port Manager geeft je de mogelijkheid om de beveiliging van je RU Server-setup te verfijnen door de reikwijdte van communicatiepoorten te beperken.

Typisch gebruik

Het meest voor de hand liggende gebruik van Port Manager is om de mogelijkheid te beperken om op afstand toegang te krijgen tot Hosts in een bedrijf netwerk van buitenaf, terwijl de mogelijkheid om Viewers te gebruiken om externe computers buiten het bedrijfsnetwerk te ondersteunen niet wordt beperkt.

Bijvoorbeeld, een bedrijf wil Remote Utilities gebruiken om klanten via het internet te ondersteunen en de RU Server als routeringsserver in te zetten. De beheerder maakt zich zorgen dat sommige medewerkers mogelijk Host op hun kantoorkomputer kunnen installeren, deze kunnen configureren om met RU Server te werken en toegang te krijgen tot hun kantoorkomputer van buitenaf.

Dit probleem wordt eenvoudig opgelost door de reikwijdte van een communicatiepoort te beperken en deze in te stellen zodat deze alleen verbindingen van Viewer accepteert. Technische ondersteuningsmedewerkers kunnen nog steeds op afstand in computers op het internet inloggen met behulp van de Viewer. Echter, onverstandige medewerkers die Host op hun kantoorkomputer installeren in de hoop vanaf buitenaf toegang te krijgen, zullen geen verbinding kunnen maken, omdat RU Server dergelijke verbindingen via de communicatiepoort niet toestaat.

Het gebruik van IP-filtering—zowel globaal als poort-specifiek—maakt het mogelijk om nog granularer controle te hebben over verbindingen die door de server gaan.

Open Port Manager

Ga in de Beheerdersconsole naar Bestand➝Serverconfiguratie:

Ga alternativ naar Windows Startmenu➝Alle apps➝Remote Utilities Server➝Configuratie.
Schakel over naar het Communicatie tabblad en klik op Port manager.
Het dialoogvenster Poorten en IP-filtering verschijnt met de standaard communicatiepoort 5655 die al voor je is toegevoegd.

In het dialoogvenster Poorten en IP-filtering kun je nieuwe poorten toevoegen, bestaande poorten bewerken, hun werkingssfeer wijzigen en poortniveau IP-filterregels instellen.

Nieuwe poort toevoegen

Klik in het dialoogvenster Poorten en IP-filtering op het plusteken.
Geef het poortnummer, IP-filter (optioneel, zie verderop), beschrijving en reikwijdte op. Als je deze poort bijvoorbeeld exclusief wilt gebruiken voor communicatie met de Viewer tijdens een Internet-ID verbinding, selecteer dan Internet-ID verbinding (Viewer kant).
Klik OK en sluit het dialoogvenster.
Herstart de service: Open Serverinstellingen, ga naar het tabblad Service-toestand, klik op Stoppen en daarna op Starten.

Voeg IP-filter toe

In RU Server kun je globale IP-filterregels maken die van toepassing zijn op alle communicatie van RU Server en individuele (poort-niveau) IP-filterregels voor elke communicatiepoort.

Om conflicten te voorkomen, als beide soorten IP-filters worden gebruikt, worden de volgende regels in de vermelde volgorde toegepast:

Weiger (blacklist) regels vervangen toestaan (whitelist) regels.
Globale regels vervangen poort-niveau regels.

Bijvoorbeeld, als je een IP-adres in de globale filter op de blacklist plaatst en hetzelfde IP-adres in een poort-niveau filter op de whitelist, wordt het IP-adres geweigerd (geblokkeerd).

Als je een IP-adres in de globale filter op de whitelist plaatst en hetzelfde IP-adres in een poort-niveau filter op de blacklist, blijft het IP-adres nog steeds geblokkeerd. Dit komt omdat een poort-niveau weigeren regel nog steeds een globale toestaan regel vervangt.

Voeg globale IP-filter toe

Om een globaal IP-filter toe te voegen:

Ga in Beheerdersconsole naar Bestand➝Serverconfiguratie:

Ga anders naar het Windows Startmenu➝Alle apps➝Remote Utilities Server➝Configuratie.
Schakel over naar het Communicatietabblad en klik op Globaal IP-filter.
Selecteer de lijst die je wilt vullen en klik op het pluspictogram.
Voeg items toe aan de gekozen lijst. Dit kan een enkel IP-adres of een IP-adresbereik zijn.
Je kunt meerdere IP-adressen en IP-adresbereiken toevoegen en beide lijsten vullen.
Selecteer welke lijst je wilt gebruiken als je IP-filter en klik op OK.
Klik op OK in het configuratievenster van RU Server om het te sluiten.

Voeg poort-niveau IP-filter toe

Je kunt een IP-filter toevoegen voor elke communicatiepoort in de Poortbeheerder.

Ga in Beheerdersconsole naar Bestand➝Serverconfiguratie:

Ga anders naar het Windows Startmenu➝Alle apps➝Remote Utilities Server➝Configuratie.
Schakel over naar het Communicatietabblad en klik op Poortbeheerder.
Klik op het pluspictogram als je een nieuwe poort moet maken, of selecteer een bestaande poort uit de lijst en klik op het Bewerken-pictogram.
Klik op IP-filter.
De rest van het proces is hetzelfde als in de stappen 3-6 beschreven in de "Voeg globaal IP-filter toe" hierboven.